Alle Categorieën

Nieuws

Startpagina >  Nieuws

Hoe te gebruiken en voorzorgsmaatregelen voor automatische broedervangst kooiequipement

Jun 19, 2025

Voordat u elke keer het apparaat gebruikt, controleert u of alle apparatuur normaal kan functioneren. Controleer voornamelijk de volgende aspecten:

1. Voedingssysteem

Voor de hoofdvoedingslijn en de panvoedingslijn

①Controleer of er objecten in de hoofdvoedingsbak en de bijvoedingsbak zitten.

②Controleer of de U-vormige bevestigingsbouten van de achterste schroef en de bovenste bouten van de voorste schroef strak staan.

③Controleer of de voedingspans niet zijn losgekomen van de uitlaatopening van de voedingsbuis.

④Controleer of de voedingsensor en de sensorklep normaal functioneren.

2.Drinkwatersysteem

①Spoel het drinkwaterleidingssysteem en de filterelementen.

②Na het spoelen van de leiding, controleer de waterleidingaansluitingen en de sifons op eventuele lekkages of watertekort.

③Controleer of het waterpeil van de voor- en achterwaterleidingen normaal is en reinig het doseringsapparaat.

3.Mestreinigingssysteem

①Mestreinigingsmachine, controleer alle lopende tandwielen en kettingwielen, en voeg smeerstof toe.

②Controleer de strakheid van de mestband en controleer of er voorwerpen in alle mestbanden en rollers zitten.

③Let bijzonder goed op of er open lassen aan de verbindingen zijn.

4.Milieukundig c beheersing s ystem

Koelblok :

①Reinig het waterreservoir.

②Controleer de wieken van de duikpomp om te zien of er sprake is van verstopping en of deze normaal kan functioneren.

③Controleer de waterinlaat- en retourleidingen.

Deflector, luchtinlaat :

①Controleer of de kabelbevestigingsclip los zit.

②Controleer of de kabel in de looprolgroef zit, of de bijhorige kabel versleten of anomal is.

③Controleer of de deflector en luchtinlaat vrij kunnen openen en sluiten.

Omgevingscontroller :

①Stel de leeftijd van de omgevingscontroller in dagen in en het vereiste temperatuurniveau.

②Controleer of de operationele gegevens correct zijn, zoals verwarmtemperatuur, stop temperatuur, temperatuursverschil tussen twee niveaus, openingsgegevens van deflector en luchtinlaat, en operationele gegevens van de duikpomp.

Distributiekast :

①Controleer of de spanning van alle controleverdelingskasten normaal is.

②Controleer of de draadterminalen loszitten.

5. Controleer de bouten, moeren en afstemmingpunten van alle operationele onderdelen om te zien of de bouten loszitten of zijn afgevallen.